
Ze kwamen met het hele gezin, vader, moeder, en twee jonge dochters, mijn praktijk binnen gelopen. De jongste dochter had haar knuffel mee en drukte deze stevig tegen zich aan.
De intern-begeleider van school had ze doorgestuurd. Hun jongste dochter had zoveel woedeaanvallen dat ze niet meer in de klas kon blijven en haar cognitieve ontwikkeling liep ook niet goed. De school van het meisje had van alles geprobeerd en geen idee meer hoe nu verder, maar wilde haar wel graag helpen.
De IB-er was bekend met systemisch werk en stuurde het gezin door.
Ontzettend dapper van de ouders om, niets wetend en niets vermoedend, los van de problemen rondom hun dochter naar me toe te komen.
We gingen aan het werk met vloerankers. Nadat de jongste dochter alle placemats van de gezinsleden had neergelegd en iedereen op zijn eigen plek stond, leek er iets te ontbreken.
De vraag die ik ze stelde was of er miskramen of abortussen waren geweest. Ouders keken elkaar aan en hun monden vielen open.
“Ja” fluisterde moeder, maar dat weet niemand.
“We wilde heel graag kinderen maar dat ging niet zo snel. Toen ik eindelijk zwanger was na een paar jaren, kreeg ik een miskraam. Een poos later was ik zwanger van onze oudste dochter die met een keizersnede op de wereld kwam. We waren dolgelukkig. Heel snel daarna werd ik, per ongeluk, zwanger. Mijn lichaam was op dat moment niet in staat om deze zwangerschap goed te dragen. Toen hebben we besloten tot een abortus. We hebben dit nooit aan iemand vertelt omdat er zoveel schaamte op zat. Daarnaast waren we bang voor de oordelen van anderen. Wij wilden immers zo graag kinderen en deden nu dit. Zelfs onze ouders weten dit niet.”
We legden er 2 extra placemats bij. Een voor de miskraam en één voor het geaborteerde kindje.
De blik van het jongste meisje zoog zich vast aan de placemat van het geaborteerde broertje of zusje.
Ik vroeg haar of ze een zin uit wilde spreken als die voor haar klopte. “Zeg maar: Ik zie je”.
De jongste dochter barste in snikken uit en zegt “
ik zie jou altijd” en loopt naar de placemat toen legt haar knuffel er boven op.
Vader zijn vuisten zijn gebald, de onmacht is van hem af te lezen. Moeder barst ook in huilen uit. Ook voor haar begint hier pas het rouwproces. De oudste dochter gaat achter moeder staan om haar te steunen. Ik nodig vader uit die plek in te nemen en tegen zijn dochter te zeggen. Ik zie jouw grote liefde, maar papa zorgt voor mama. Dat hoef jij niet te doen.
Onwennig maar opgelucht gaat de oudste dochter bij haar zusje staan.
Ik beëindig de opstelling.
We zijn er allemaal even stil van. In een hoek van de praktijk zitten de zusjes op de grond met mijn houten poppetjes te spelen.
Na enige tijd zegt moeder : “oké, en wat moeten we nu doen?”
Ik wijs naar hun dochters en zeg: “jullie hoeven nu helemaal niets te doen, kijk maar.”
De dochters hadden 6 poppetjes naast elkaar gezet. “Wie zijn dat?”, vraagt moeder. “Dat is ons gezin”, zegt de oudste dochter.
“Nee joh”, zegt moeder, “wij zijn maar met vier”.
Waarop de meiden beginnen te lachen. “Nee hoor mama…. Dit is papa, dat ben jij, dit is weet ik niet, dat ben ik, dit is weet ik niet en dat is mijn zusje”.
We nemen afscheid van elkaar. Enigszins beduusd omdat ze zonder handelingsplan of opdrachten naar huis gaan.
Ongeveer een half jaar later krijg ik een spontaan belletje van de IB-er van school. De boosheid bij het meisje is grotendeels verdwenen en ze kan weer meedoen in de klas. Cognitief blijft het een lastig verhaal, maar ze zijn blij met hoe het nu gaat.
Het was ontzettend waardevol om op deze ‘eenvoudige’ manier met elkaar samen te werken. Fijn als professionals die met kinderen of met jongeren werken systemisch kunnen kijken.
#systemischkijkennaarkinderen
#oogvoorhetkind